Opgeblazen bruggen & gebouwen Amersfoort

Om de naderende geallieerde te stuiten, bliezen de Duitsers vanaf 16 april in en rond Amersfoort een groot aantal bruggen op.
De eerste was de brug over het Valleikanaal bij de Hogeweg.
De helft van de brug werd vernield, een gedeelte dat nodig was voor een eventuele inundatie, werd voorlopig gespaard.
Diezelfde avond bliezen de Duitsers de bruggen in Hamersveld op.
Een dag later gingen de bruggen over het kanaal bij de Lageweg, over de Barneveldsebeek bij de Schamsteeg en over de Luntersebeek bij Bavoort de lucht in.
's Nachts onderging de Eembrug bij de Koppelpoort hetzelfde lot.
Hierbij werden zeer zware explosieve gebruikt, die grote schade aanrichten aan huizen en gebouwen in de omgeving.
De omwonenden waren van te voren niet gewaarschuwd.
Op zondag 22 april verdwenen de resterende bruggen over de Barneveldsebeek bij de Randerbroekerweg en over de Luntersebeek bij de Bischopsweg.
Doorgaand verkeer was nu bijna onmogenlijk.
In de Eem werden verder 11 schepen tot zinken gebracht,
maar de Duitse Spreng-Kommandos lieten niet bij schepen en bruggen.
In de rijwielfabriek van Pon (Nijverheidsstraat) en in garage Hamersveld (Arnhemseweg) werden de elektromotoren opgeblazen.
Op de Hogeweg lieten ze het wegdek exploderen,
met een grote krater als resultaat.
aan de Lageweg maakten ze de laatste Amersfoortse molen, de Goede Verwachting, met de grond gelijk.
Enkele boerderijen in de omtrek ondergingen hetzelfde lot.
Ze ondermijnden het PUEM gebouw aan het Smallepad,
maar gelukkig lieten ze dit belangrijke object ongemoeid.
OM de geallieerden te dwarsbomen, probeerden de Duitsers ook het gebied voor de Grebbelinie onderwater te zetten.
Dit mislukte aanvankelijk doordat de schotbalken voor de waterkeringen aan de Hogeweg en bij de uitmonding van het Valleikanaal in de Eem ontbraken.
De benodigde balken waren twee jaar eerder door de Duitsers zelf meegenomen.
Op 10 april brachten ze nieuwe balken aan.
Het waterpeil zuiderlijk van de brug in de Hogeweg steeg nu een meter.
De sluizen in de uitmondingen van de Barneveldse en Luntersebeek konden wel sluiten.
Waardaar de Barneveldsebeek buiten haar oevers trad.
Op 18 april ston 10 to 15 centimeter water op het terrein oosterlijk van het Valleikanaal.
Op verzoek van de Canadezen hield de illegale inlichtingendienst de ontwikkeling nauwlettend in de gaten.
De hoge waterstand maakte de landerijen drassig, maar de geallieerde opmars werd daardoor niet belemmerd.